Vandaag valt het kabinet. Niet om de toeslagenaffaire maar om het onvermogen en de onwil van populistische politici die niet in staat zijn gebleken om zich te verbinden met de ziel van een samenleving en politieke profilering en marketing belangrijker hebben gevonden dan het dienen van het collectieve belang. Op de keeper beschouwende, is er zelfs mogelijk sprake van ernstige schending van mensenrechten en een gang naar het Europese Hof is dan ook aannemelijk en mogelijk zelfs onafwendbaar. Onze institutionele crisis is tegelijk onderdeel van de grote reset, die ons uiteindelijk een betere wereld zal brengen. Een wereld waarin we leven binnen de grenzen van de planeet, met een regeneratieve economie die dienstbaar is aan alles dat leeft op onze planeet en waarin we steeds meer ontdekken dat leren het leven zelf is. Niemand is onfeilbaar en excuses en schaamte zijn net zo wenselijk als wezenlijk, mits ze uit het hart en niet uit het hoofd komen.
Op 13 januari 2021 verscheen in de Groene Amsterdammer een briljant artikel onder de title ‘De politieke moraal van Mark Rutte verergerde de toeslagenaffaire’ van prof. Mathieu Segers, hoogleraar Europese geschiedenis en integratie aan het University College Maastricht. In het artikel noemt de hoogleraar het rapport ‘ongekend onrecht’ schokkend en zet hij op een rij wat we al lang wisten en waar we meermaals voor waren gewaarschuwd.
Hieronder een beknopte samenvatting, plus een interpretatie en plaatsing in de context op persoonlijke titel.
Het rapport maakt één ding onmiskenbaar duidelijk: er moet een vervolgonderzoek komen naar etnisch profileren en institutioneel racisme én naar de rol van onze premier. Hoe heeft dit allemaal zo fundamenteel en langdurig fout kunnen gaan onder zijn leiding? Dat het onze politici ongewild is overkomen, zoals ze graag doen geloven, is ongeloofwaardig en op zijn minst ook weerlegbaar. De premier en zijn ploeg medebestuurders zijn diverse malen gewaarschuwd, onder andere door de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer. Zo ook in 2013, toen Brenninkmeijer de aankomende minister en staatssecretaris van Sociale Zaken, de PvdA’ers Lodewijk Asscher en Jetta Klijnsma, in een persoonlijk onderhoud waarschuwde voor het politieke succesnummer ‘interdepartementale taskforce fraudebestrijding’. Premier Rutte werd daar zelf graag de voorzitter van, midden in de diepste economische recessie sinds decennia. Omwille van politieke marketing werd de zwaarst mogelijke vorm van een ministeriële commissie ingesteld voor een absolute bijzaak, zowel inhoudelijk als financieel.
Nog steeds voert de hardnekkige prioriteit van de beeldvorming de boventoon ten opzichte van de zaak en de inmiddels deerniswekkende feiten.
Meer dan tien jaar later, na een jarenlang schandaal rond de kinderopvangtoeslag, zijn we niet veel verder. Nog steeds voert de hardnekkige prioriteit van de beeldvorming de boventoon ten opzichte van de zaak en de inmiddels deerniswekkende feiten. Nog steeds wordt erin volhard het beeld van efficiënte, en dus goed bedoelde, fraudebestrijding en administratieve organisatie overeind te houden. Zelfs nu dat niet meer te redden valt. Het is wereldvreemd of sinister, of allebei, dat de cruciale stukken en algoritmes met betrekking tot etnische profilering in de toeslagenaffaire tot vandaag worden achtergehouden.
Vervolgonderzoek is keiharde noodzaak. Alleen zo kan geleerd worden wat nodig is om een dergelijk schandaal in de toekomst te voorkomen.
Groter dan de toeslagenaffaire kan een politieke kwestie niet worden. De geloofwaardigheid en de integriteit van de democratische rechtsstaat zijn in het geding. Vervolgonderzoek is keiharde noodzaak. Alleen zo kan geleerd worden wat nodig is om een dergelijk schandaal in de toekomst te voorkomen. Bij de politiek verantwoordelijken lijkt, met uitzondering van Lodewijk Asscher en Sigrid Kaag, wat dat betreft nog niet het begin van inzicht te gloren. Met name de weerzinwekkende weerstand van Rutte om zijn ontslag in te dienen en loyaliteit te eisen van zijn volgelingen, maakt duidelijk dat hij het inzicht en de empathie mist, die onmisbaar zijn om het geschonden vertrouwen en de gebroken gelofte in diezelfde democratische rechtsstaat te kunnen herstellen.
Het is ook een gebrek aan menselijkheid en gevoel voor collectief belang, iets dat Rutte niet vreemd is gebleken wanneer wij zijn optreden in Europa beschouwen en vaststellen dat zijn manier van optreden niet alleen veracht wordt door politici uit Polen en Hongarije, maar ook door zijn collega’s uit Spanje, Italië, Frankrijk en zelfs onze belangrijkste bondgenoot Duitsland. Merkel heeft zich herhaaldelijk aan onze premier geërgerd, maar ze zwijgt bewust over de redenen. Zij vindt dat Europa voor Rutte niet meer is dan een speeltuin die handig gebruikt wordt voor binnenlandse profilering en het ‘goede populisme’ zoals Rutte het noemt en waar hij zo trots op is. Het buitenland en een internationale visie is nu eenmaal nooit zijn referentiekader geweest en zijn pogingen tot schaamte, inclusief de niet-gemeende en daardoor mislukte, blijven voorbehouden voor ons Nederlanders, wie dat ook mogen zijn.
het vervolgonderzoek moet ook onderzoeken of het kabinet heeft gehandeld in strijd met de mensenrechten…
Een vervolgonderzoek is bitter noodzakelijk en dat dit moet gaan over etnisch profileren en institutioneel racisme staat vast. Maar daarnaast moet het vervolgonderzoek ook ophelderen of de donkere glans rond de toeslagenaffaire afkomstig is van immoreel en onmenselijk handelen, in strijd met de mensenrechten, dat willens en wetens is opgezet, uitgevoerd en meer dan 10 jaar in stand is gehouden, voor politieke marketing.
En als het antwoord daarop maar een beetje naar ja ruikt, dan moet deze beerput schaamteloos worden open gewrikt, om te kunnen zien wat voor politieke moraal erachter schuilgaat en om te weten hoe omvangrijk en ingrijpend de politieke en ambtelijke herstelwerkzaamheden moeten zijn, en of de Nederlandse grondwet extra bescherming behoeft tegen de wetten- en regeldadendrang van hedendaagse populisten. Om te weten hoe de tegenkrachten tegen hen georganiseerd en versterkt moeten worden, zodat de samenleving beschermd kan worden tegen opportunisme en politieke profilering.
Er moet onderzoek worden gedaan naar politiek-ambtelijke cultuur, die de toeslagenaffaire mogelijk maakte en 10 jaar in stand hield…
Tegelijkertijd is er echter ook een breder perspectief nodig. Vanuit dat perspectief staat de vraag centraal hoe dit zo fundamenteel en langdurig fout heeft kunnen gaan. Een antwoord op die vraag vergt onderzoek naar de politiek-ambtelijke cultuur, die veel van wat fout ging in de toeslagenaffaire niet alleen mogelijk maakte, maar ook aanjoeg, vierde, beloonde en uiteindelijk verdoezelde. Hoe een politieke praktijk kon ontstaan waarin populariteit en propaganda de rechtsstaat buiten werking kregen, en (technocratische) bijzaken (fundamentele) hoofdzaken overvleugelden.
Hoe het kon gebeuren dat politieke marketing allesbepalend werd en een fatale wig dreef tussen de uitvoering van beleid en de rechtsstaat. Uitvoering van overheidsbeleid is geen begrotingspost maar de essentie van goed bestuur. Goed bestuur wordt onmogelijk wanneer de verbinding tussen de uitvoering van beleid en de rechtsstaat wordt verbroken. Dat is de klassieke kern van een democratie, waarin het individu vrijheid geniet om ‘zelf te bepalen hoe je leven te leiden’.
Hoe het kon gebeuren dat politieke marketing allesbepalend werd en een fatale wig dreef tussen de uitvoering van beleid en de rechtsstaat?
Politici als Rutte, die zich primair laten leiden door politieke marketing, zullen nooit tot dit inzicht kunnen komen, en zullen derhalve niet in staat zijn een herhaling van zoiets als de toeslagenaffaire te voorkomen. Alleen daarom al dienen Rutte en Hoekstra, alsmede ook de VVD en de CDA, hun lijsttrekkerschap opnieuw te beschouwen. Uiteindelijk zal ieder serieus vervolgonderzoek daarom onmiskenbaar ook gaan over de jarenlange, actieve, consistente en constante sleutelrol van Rutte in dit alles.
Ieder vervolgonderzoek zal zo ook raken aan de tienjarige liefdesaffaire tussen een ‘vet land’ en zijn jeune premier, en inzicht verschaffen in de directe en indirecte schade die deze affaire heeft toegebracht aan de instituties van de Nederlandse staat, en hun nationale en internationale reputatie. Ook dat inzicht is onmisbaar bij het voorkomen van herhaling en het inzetten van de herstelwerkzaamheden die nu al zo hard nodig zijn.
Het is tijd voor een reset, want onze systemen en instituten zijn gedateerd en mogelijk zelfs gebroken
Het is tijd voor een reset. Want onze systemen en instituten zijn niet alleen gedateerd maar lijken ook definitief gebroken. Ze functioneren niet meer op de manier waarvoor ze zijn opgezet en brengen schade toe aan onze planeet en alles wat daarop leeft. Ze stellen het maximeren van rijkdom van een kleine elite boven het welzijn van het collectief en ze prioriteren individualisme boven onderlinge afhankelijkheid.
Het is tijd voor een reset, omdat de maakbare maatschappij, de meritocratie en het misvormde neoliberalisme een illusie zijn gebleken. Mythes waarin we zijn gaan geloven en waarbij we zijn vergeten dat het mythes zijn.
Een reset van ons economisch systeem vereist effectieve en vooral geïntegreerde maatregelen om gedrags-, culturele en structurele veranderingen te stimuleren. Leiden kun je alleen vanuit de bedoeling en niet vanuit een spreadsheet en korte termijn doelen. We moeten samen de overgang van aandeelhouderskapitalisme naar stakeholderskapitalisme versnellen. Net zoals we het culturele verhaal over de rol van de markt en het bedrijfsleven en de financiële markten moeten transformeren, zodat ze dienstbaar worden aan de samenleving in plaats van andersom. Dat is de enige effectieve en heilzame route naar een regeneratieve economie die werkt voor een inclusieve samenleving.
De corona pandemie heeft onze fundamentele weeffouten in de maatschappij meer expliciet blootgelegd en nodigt ons uit om opnieuw na te denken hoe we de toekomst vorm kunnen geven.
De toeslagenaffaire heeft dezelfde dimensie. Het dwingt ons na te denken over de vraag door wie we geleid willen worden. Door politici die zich vooral laten leiden door opiniepeilingen en de eerst volgende verkiezingen. Die zich instrumenteel schamen wanneer het wordt verwacht, maar niet het vermogen, noch de wil hebben om zich echt te verbinden met de ziel van de samenleving. Met degene die we willen zijn, omdat we weten wat we voor anderen willen en kunnen betekenen.
Beeld:
Ko Sliggers